Hoe is het mogelijk dat de mooiste supermarkt die ik in mijn leven heb gezien zich in ‘the middle of nowhere’ bevindt? Ik weet dat u mij nu niet gaat geloven, maar een bezoekje aan de Spar supermarkt van Otjiwarongo, midden in Namibië, zal u steil achterover doen vallen. Het is er schoon, het assortiment uitstekend, de prijzen laag en de bediening vriendelijk. Er is een kleine koffiecorner en een uitgebreid assortiment warm eten, om mee te nemen of om aldaar op te eten. Kortom, een topper. Waarom is dit in Amsterdam-Zuid dan zo moeilijk te realiseren en organiseren?De ontwikkelingen gaan snel in Namibië. Twee jaar geleden bezocht ik het land voor het laatst en sindsdien lijkt vooral hoofdstad Windhoek een snelle groei te hebben gekend. Van een toch wat provinciale uitstraling in 2007 lijkt het nu stap voor stap een echte hoofdstad te zijn geworden zoals je die mag verwachten. Het is natuurlijk allemaal klein, maar wat wil je in een land met ruw geschat zo’n 2,2, miljoen inwoners. En dat op een oppervlakte ter grootte van Frankrijk en Duitsland. Opgeteld wel te verstaan.
De wegen zijn beter dan verwacht als ik naar het noorden rijd, naar het beroemde Etosha-park. Dit park behoort tot de betere en bekendste in zijn soort en is inderdaad indrukwekkend. De natuur is, zoals overal in Namibië, fantastisch. En dan doel ik niet alleen op de viervoeters, die zelfs in het regenseizoen nog in overweldigende aantallen rondhuppelen, maar zeker ook op de vogelsoorten. Nooit zo’n vogelaar geweest, maar je zou het er terstond van worden.
De belangrijkste business in deze regio’s is de conservering van de natuur in de natuurparken en het toerisme, dat zich grotendeels bevindt in de lodges waar u kunt verblijven. Denk niet dat dit goedkoop is, zelfs in het laagseizoen zijn de prijzen pittig als u naar topkwaliteit zoekt. De categorie daaronder is ook nog aan de dure kant. De kwaliteit van eten, drinken en service is echter ongekend.
De wegen zijn van Zuid naar Noord vrijwel leeg, ook tot mijn verrassing is er nauwelijks vrachtvervoer. Veel gaat direct de grens over via de Oost-grens tussen Namibië en Botswana, dicht bij Gobabis (N) en Ganzi (B) en dus niet via de beroemde en ook beruchte Caprivistrip. Dat ligt blijkbaar toch te dicht tegen Angola aan en lijkt nog niet helemaal 100% veilig te zijn, zeker niet voor het vrachtverkeer dat ‘s nachts wel doorrijdt.
Hoe dichter bij het noorden, hoe meer je je in Afrika waant. De invloed van de boeren uit Zuid-Afrika neemt af en als toerist ben je plots een trekpleister vanjewelste. Niet zo gek, want meer dan twee auto’s met toeristen nemen in deze periode de weg naar het hoge Noorden niet. De huisjes staan opgesteld in kralen, en de mensen wonen dicht langs de kant van de weg. De sfeer is zeker niet vijandig, integendeel….eerder bijzonder vriendelijk. In mijn eigen buurtje in Amsterdam heb ik veel meer te vrezen. Dat maakt ook wel eens kwaad. Enerzijds omdat het algemene beeld van de criminaliteit in Zuidelijk-Afrika niet geheel klopt. Anderzijds omdat het veiligheidsgevoel in Nederlandse steden als Amsterdam wat mij betreft zeker niet beter is. Hierover later meer in een artikel over Kaapstad.
De beste kansen voor zakenlui zitten in het toerisme, met als goede tweede de vlees- en veehandel en de handel in grondstoffen. Al lijkt die, als je een voormalig mijnstadje Tsumeb inrijdt, wel op zijn gat te liggen. De kopermijn ligt sinds twee jaar stil. Het stadje ziet er piekfijn uit, maar je vraagt je af waar men nog van kan leven. De gemeente doet haar best om het stadje levend te houden met een klein cultureel centrum waar kleine ondernemers kunnen pionieren, maar de echte drive ontbreekt er nagenoeg geheel. Toch moet de regio veel te bieden hebben want volgens kenners zijn hier 15 mineralen die nergens anders ter wereld te vinden zijn. Een paradijs voor mineralogen, maar als ik probeer te achterhalen wat die mineralen dan zijn, blijft het oorverdovend stil. Het speciale museumpje ter ere van de edelstenen is inmiddels a twee jaar dicht. Geen winkel die de stenen blijkt te verkopen. Richt u overigens in uw aanbod vooral op Duitsers, want die willen hun oude kolonie Zuid-West-Afrika maar wat graag bezoeken. Zeker rondom Windhoek is het aantal Duitstalige naambordjes en reclames niet te tellen.
Daar ligt ook wel een beetje de makke van Namibië en Botswana. Er is zoveel te zien, maar de onbekendheid van de regio’s en de waarschijnlijk te dunne stromen van toeristen zorgen ervoor dat er nog veel te ontwikkelen en ontdekken valt. Wel zo leuk als je ervoor gaat. Want waar ter wereld is er zo’n mooie flora en fauna? Waar kun je in een land zulke mooie natuur vinden, met zandduinen van honderden meters hoog en de op een na grootste canyon ter wereld? En de grootste meteoriet ter wereld, de Hoba in de buurt van Tsumeb, is ook al in Namibië te vinden. Je hoeft er niet direct het vliegtuig voor te pakken, maar bijzonder is het wel.
Dat laat de vraag waarmee dit artikel begon onbeantwoord. Waarom kan in een land met een gemiddeld inkomen van naar schatting € 2000,–/jaar een supermarkt staan die superieur is aan die in Nederland? Werkelijk in een stadje in the middle of nowhere. En waarom is die kwaliteit hier helemaal verdwenen? Omdat de mensen te duur zijn geworden? Omdat de huren te hoog zijn geworden? Geloof u het zelf?
Zo is dit artikel eerder een les in zaken doen in Nederland dan in Namibie of Botswana geworden.