In dit derde deel uit de serie ga ik iets dieper in op de vraag hoe de koloniale geschiedenis van Suriname tegenwoordig aldaar wordt beleefd. Om daar meer inzicht in te krijgen hoefde ik alleen maar een artikel over de (her)opening van het Rijksmuseum open te slaan. (foto: het beeld van Wilhelmina bij Fort Zeelandia, daags voordat het ter ere van de kroning zou worden opgeknapt)
In De Ware Tijd, de grootste krant van Suriname, stond op de dag van de heropening van het Rijksmuseum een artikel van Stuart Rahan¹. Daarin ook aandacht voor de plek die Suriname in het museum inneemt. Rahan hierover: ‘De taferelen uit de slaventijd staan er bijna onschuldig en vredig bij naast een vitrine die herinnert aan de voor Nederland donkere periode. Het Rijksmuseum praat niet over de uitwassen: “Voor Nederland is een internationale context essentieel. Nederlanders zijn naar alle windstreken afgereisd om de wereld te verkennen en in de loop der eeuwen zijn velen van elders hiernaartoe gekomen. Nederland is altijd een kruispunt van wegen geweest en dat is ook te zien in de nieuwe opstelling.” Een omschrijving alsof de Nederlander harmonieuze ontwikkeling heeft gebracht naar volkeren tot wederzijds voordeel. Niets is minder waar getuige de open bladzijde met daarop een gestrafte slaaf, hangend aan een vleeshaak dwars door de ribben aan de galg.’ Tot zover Rahan.
Ik vind deze tekst zeer illustrerend en informatief. Surinamers willen erkenning voor datgene wat hen is aangedaan in het verleden. Als dat verleden als een voetnoot wordt neergezet, leidt dit juist weer tot extra weerstand. Ik denk dat Nederlanders daarentegen zoiets hebben van ‘het is nu wel mooi genoeg geweest, ik ben niet schuldig aan de daden van mijn verre voorouders’. Het is denk ik de kunst voor de komende generaties daar een goed midden in te vinden.Wellicht dat er bij de Surinamers nog steeds een gevoel of een hoop is dat men wordt gecompenseerd voor het leed uit het verleden. Belangrijker is denk ik de erkenning en herkenning door Nederlanders van het door hen veroorzaakte leed in het verleden. Het beeld aan het Surinameplein in Amsterdam is daar een positief voorbeeld van, maar er zou meer mogelijk moeten zijn.
Als de bovenstaande gevoelens onderhuids nog leven, dan uit zich dat denk ik in die eerste tien seconden, zoals eerder beschreven in het eerste artikel in deze serie. Surinamers kijken even de kat uit de boom bij een contact met een Nederlander. Geef ze eens ongelijk! Maar als je laat blijken open te staan, geïnteresseerd te zijn in hun verhaal en enthousiast meedoet is wat mij betreft ‘the sky the limit’. Dan is de band ook zeer positief en juist weer leuk en leeft de idee van verantwoordelijkheid voor het verleden niet. Hautain gedrag daarentegen zal daarentegen zonder twijfel zakelijk worden afgestraft.
Hoewel het beeld van Wilhelmina bij Fort Zeelandia (zie bovenaan artikel) vlak voor de troonsbestijging van Willem-Alexander nog een poetsbeurt kreeg, lijkt de positieve band met ons koningshuis nauwelijks meer te bestaan. Wat wil je ook als het laatste bezoek van de Oranjes stamt uit 1978, grotendeel veroorzaakt door de sindsdien ontstane politieke situatie. En dat terwijl Beatrix en Claus tijdens hun huwelijksreis in juni 1966 toch echt Suriname aandeden en exact 9 maanden later Willem-Alexander werd geboren!
De oudere generatie volgt het Koningshuis en de relatie met Nederland allemaal nog wel, zoals blijkt uit een citaat uit de Parbode van april 2013: ‘We zijn een kolonie geweest, dus is er een band. Toen we opgroeiden, leerden we bijna meer over Nederland en zijn geschiedenis dan de Nederlanders in Nederland zelf.’² Maar als ik tijdens een gesprek met wat jonger publiek laat vallen dat Beatrix nog heel populair is in Nederland en als ‘betrokken’ wordt gezien, krijg ik als reactie: ‘Wat heeft ze dan al die jaren voor haar geld gedaan’?
¹De Ware Tijd, 20 april 2013, pag. C9
²Parbode, april 2013, pag. 21